27-09-2011

Weer voedselvergiftiging en een motor die kaduuk is; een prachtige kans om twee dagen in een hotel te duiken en een verhaal te schrijven toch? Inmiddels is het al een tijdje geleden dat we de site ge-update hebben, maar we hebben ook weinig uitgevroten de laatste anderhalve week. Okay, de grens tussen Guatemala en Honduras, ga er even voor zitten… het is misschien een stoffiger verhaal soms, maar de clou is: je kunt rijker bij de grens wegrijden dan dat je aankwam!

Guatemala uitgaan was een eitje; gezellig weer geld gewisseld bij de kerels die als muggen om je heen zwermen, paar stempels en een snelle blik op de framenummers; en klaar. Toen Honduras in; bij binnenkomst in het douanekantoor voelden we meteen al een sfeer bij de douanier die niet fris was; hij keek nogal chagrijnig en te serieus. We waren vroeg op zaterdagochtend, dus vol goede moed hoopten we Honduras in te gaan. De hufter liep echter te dreilen en te zeiken, zelfs de kleur van de motor werd bediscussieerd (Mirjam d’r motor wit met rood? Onacceptabel!), en is het nou 2 of 742 cc?  “Dos cylindros y setecientoscuarentacinco centimetros cubicos, luister dan ook!”  We vonden het maar verdacht, maar goed… de telefoon ging, zaken werden nagevraagd. Om 11:25 kwam de melding: “Sorry, maar jullie gaan het vandaag niet meer redden, jullie moeten bij de bank betalen voor de tijdelijke invoer van de motorfietsen en die gaat om 11:30 uur dicht, da’s over 5 minuten”. Aaaarrrggghhh. Opties:

  1. Motoren achterlaten en met de bus naar de volgende stad (Copan); maandag terugkomen.
  2. Motoren meenemen, maar paspoorten achterlaten tot maandagochtend.
  3. Tent opzetten naast het douanekantoor t/m maandagochtend.
  4. 42 Amerikaanse dollars per motor betalen, cash, zonder bon.

Tja, wat doe je dan? Wij zijn ertegen om smeergeld te betalen, zeker als zo’n figuur het op zo’n manier voor elkaar probeert te krijgen. Toch heb je weinig keus, bovenstaande opties zijn natuurlijk niet echt leuk. Uiteindelijk hebben we de boel een beetje omgedraaid, we hebben hem nog 2 uur bezig gehouden met gedreil en gedoe; hij maakte wat foutjes op documenten en in de paspoorten, wij pikten dat niet… alles opnieuw, “Nee, we betalen later wel”. Uiteindelijk heeft Daan z’n noodgeld uit z’n schoenzool gehaald, wat compleet doorweekt was met zweet. Even gedroogd onder een handwarmer op het toilet (want daar haal je je geld uit je schoenzool, niet midden in een douanekantoor natuurlijk) en we hebben betaald met de afspraak dat we maandag terug zouden komen voor de officiële factuur van de bank. Laat ze maar lekker gissen waar die dollars opeens vandaan kwamen, op het toilet… ;-)

Zo gezegd, zo gedaan: maandag even teruggereden (was maar 11 km van ons hotel) met de gedachte: hij gaat weer vervelend doen, ons laten wachten en we kunnen fluiten naar die factuur. Bij de grens werden we staande gehouden, er was een staking bij de grens in Guatemala en dus werd iedereen tegengehouden… het verhaal dat we enkel even bij de douane kwamen kijken vond men raar, maar we mochten door. Eenmaal binnen gaf Daan meteen maar een ferme hand, en kreeg een lach terug. Vervolgens ging er een lade open, kwam de 84 USD tevoorschijn en konden we naar de bank! Netjes betaald, facturen gekregen en alles keurig in orde! De beste douanier had zichzelf (achteraf) 17 dollar rijker gerekend, en uiteindelijk heeft hij die dus mooi niet in z’n zak gestoken. Wij werden er financieel ook niet beter van, want hebben het gevierd met een fles rum ;-) .

Het hotel in Copan was erg relaxed, en dus zijn we een paar dagen gebleven. We hebben veel tijd doorgebracht met een Nederlands stel met rugzakken; geweldig om de overeenkomsten en de verschillen in manier van reizen te bespreken. Het was ook goedkoop, met snel internet en heerlijke hangmatten; prima dus!
OLYMPUS DIGITAL CAMERA
De ruines bij Copan zijn nogal beroemd, en dus ook achterlijk duur om te bezoeken. Wil je alles zien, dan tik je 37 dollar p.p. af! Wij vinden dat te duur, zeker omdat hier overal ruines zijn en je soms prachtige dingen kunt zien voor een paar dollar; kwestie van selecteren!

Na Copan zijn we naar ‘D&D Brewery’ gegaan, een restaurant/camping met een heuse bierbrouwerij; wat wil je nog meer? Heerlijke bieren (we hebben alle vijf soorten mogen proeven J), eindelijk weer eens kamperen en prachtige wandelingen door de jungle; helemaal ons ding.
OLYMPUS DIGITAL CAMERA
Ter info, voor zo’n junglebezoek betaal je dan 2 dollar p.p… zo kan het ook! Bij de brouwerij werden nieuwe activiteiten onderzocht om mensen bezig te houden, ze hadden zojuist drie vrachtwagenbinnenbanden gekocht om de rivier af te ‘tuben’, of we dat wilden proberen? We hadden de deal gesloten dat Daan foto’s en filmpjes zou maken met de waterdichte helmcamera, en daar gingen we dan! De rivier was prachtig en erg begroeid; soms moest je behoorlijk worstelen door de planten en onder stammen door. Uiteindelijk kwam je uit in een groot meer, echt prachtig!
DCIM100GOPRO
DCIM100GOPRO

Honduras is verder een stuk saaier dan Guatemala, en we vinden de mensen wat minder vriendelijk. In hotels e.d. is het gezellig een praatje, maar verder zijn mensen wat gereserveerder dan in Guatemala, en zeker dan in Mexico. We hebben ook amper foto’s gemaakt hier. We wilden naar de grens om richting Nicaragua te gaan, maar dat ging dus mooi even niet door… motorproblemen en buikperikelen! Daan moest weer regelmatig rennen naar het toilet en Mirjam d’r motor laadde de accu niet meer bij, oops! Op zoek naar een hotel, bleek alles 40-70 dollar per nacht te kosten! Ter vergelijking, Copan kostte 12 dollar per nacht, de brouwerij 6… Ondanks de rommelende buik en falende spanningsregelaar van Mirjam d’r motor hebben we uiteindelijk toch een hotel gevonden voor een normale prijs, om daar de boel uit elkaar te gaan slopen. Omdat Daan de volgende dag nog steeds een beetje ziek was, vond Mirjam het niet slim om naar de grens te gaan, en zijn we nog maar een dagje gebleven. Daan stond om 06:20 uur al aan de motor te prutsen tussen de sprintjes naar het toilet, maar het is toch beter het iets rustiger aan te doen en dus kreeg Mirjam d’r zin!

We hebben nog vier weken te gaan tot de verscheping, en nog pakweg 2500 km te rijden door drie landen. We begrijpen nu wel dat mensen ons adviseerden om geen drie maanden uit te trekken voor Centraal Amerika; ook al is het prachtig mooi, het lijkt ook erg op elkaar!