Modderpoel
14-11-2011
Colombia, het land van….de lachende vriendelijke mensen! Het is het land waarvan menig ouder niet wil dat z’n nageslacht erheen gaat vanwege het witte goud, maar ook het land wat 95% van de reizigers als ‘mooiste en leukste van hun reis’ bestempelt. Ter info: dit land voorziet in 50% van de wereldbehoefte van het beroemde witte poeder, en bouwt zelfs onderzeeërs om dit naar de tussenhandel te transporteren! Gelukkig is dit op dermate grote schaal dat reizigers er niets van zien of merken. Ik geef toe: het land heeft ons hart al compleet gestolen! Wat is dit land prachtig ongerept, nog niet verpest door toerisme, divers en wat zijn de mensen vriendelijk en behulpzaam! Natuurlijk is niet alles koek en ei; een bandje plakken kost hier twee uur…
Het begin, Cartagena waar we aankwamen met de boot. Volgens de Lonely Planet de mooiste koloniale stad van Zuid Amerika, en het is zeker prachtig; als je niet al 200 prachtige koloniale steden hebt gezien ben je er vast van ondersteboven! Wel is het mooi rommelig, niet te gepoetst en zeker mooi authentiek. Wat ons (-natuurlijk-) meteen opvalt is het achterlijke aantal kleine motorfietjes op straat, beetje zoals het aantal gewone fietsen in Amsterdam.
We zijn nog uit eten gegaan met alle crew en passagiers van de Stahlratte, en hebben een lang weekend doorgebracht in een simpel hotel om na het weekend onze motorverzekering te kunnen regelen; wederom niet gemakkelijk. De dag na het verkrijgen van de motorverzekering zijn we naar een moddervulkaan gegaan en hebben we eindelijk met verzekering en al legaal in Zuid Amerika gereden. De vulkaan was een ervaring; je baddert heerlijk in de dikke drab en zo nu en dan komt er een bubbel gas naar boven; ook is het een gek idee om in de modder te drijven in een 2300 meter diep bad. Voor je gevoel hang/lig/drijf je dan toch dichtbij het centrum van de aarde! ‘Afspoelen’ in de nabijgelegen lagune was minder tropisch dan gedacht, gewoon hurken tussen de waterplanten en dan maar zien hoe je de prut van je lijf krijgt, dikke pret!
Onder de motorrijders in het hostel was eigenlijk maar één onderwerp van gesprek: de weg van Mompos naar El Banco… door een moeras. We hadden een reisverslag van iemand gelezen die er een maand geleden gereden had: prachtig mooi, maar een grote blubberbende met listige rivierdoorwadingen… in hun groepje had iemand water in haar motorblok gekregen! Wij wilden de route niet met z’n tweetjes afleggen voor de veiligheid (je hebt immers geen flauw benul hoe zwaar het gaat zijn) en gelukkig was het niet moeilijk mensen te vinden om mee op te trekken; op naar Mompos! Helaas haakte iedereen met veel offroad ervaring af. We zijn uiteindelijk met Jordan en Sandra, een Canadees stel op twee BMW’s op pad gegaan, ook al hadden ze niet veel offroad ervaring, ze wilden graag meer offroaden en de route dus proberen! Dus op naar Mompos met z’n vieren, waar we een dag zijn gebleven om de route wat te verkennen.
Het eerste stuk zou het lastigst zijn en dus zijn Daan en Jordan op pad gegaan; het was geweldig mooi en redelijk droog! Het besluit was genomen, we zouden met z’n vieren op pad gaan en ‘er heus wel doorheen komen’… De volgende dag bleek het toch een stuk natter en helaas ging Jordan onderuit na 1 km en wilden ze beiden omdraaien; wij wilden de motoren toch maar vies gaan maken en zijn lekker met z’n tweetjes op pad gegaan; het wemelde van de kleine motorfietjes dus het moest te doen zijn; gelukkig was het dat ook! Zeker weer zwaar, zeker weer een aanslag op het materiaal maar zo verschrikkelijk mooi en onwijs leuk; dit staat zeker hoog in de ‘mooiste en leukste motorritjes ooit-lijst’. Het is gewoon heel leuk om offroad te rijden, zeker als je er amper toeristen tegenkomt en ook is het moerasland een leuke afwisseling na alle jungle. Naast alle diepe modderpoelen waren er ook een paar rivierdoorwadingen en stukken weggeslagen weg. De lokale bevolking maakt dan een bruggetje waar de brommertjes overheen gelopen worden; succes met je beladen Africa Twin van 280 kg! Uiteindelijk hebben we het klusje samen geklaard, al durven sommige auto’s de duik wel te nemen (dit was de enige brug waar auto’s langs konden rijden, de rest was veel te diep)! De bruggetjes waren doodeng; de foto’s spreken hopelijk voor zich; bedenk even dat er geen spijker gebruikt is in die brug en alles los ligt! Dan is het toch heerlijk als je op elkaar ingespeeld bent; de lokale jeugd wil maar al te graag je motor naar de overkant lopen wat we maar afgeslagen hebben! Over één riviertje gingen we naar de overkant met een ‘veerpontje’, gemaakt van drie houten kano’s en wat losse planken erover; geweldig! Heerlijk veilig (t.o.v. de bruggetjes dan) en weer een leuke ervaring. De lokale bevolking vindt het allemaal prachtig, wil altijd weten hoeveel cc de motoren zijn en wat ze kosten, en zijn enorm behulpzaam!
Hopelijk laat onderstaand filmpje een beetje zien hoe we ons hier vermaken!
Na El Banco konden we niet verder offroad omdat er een enorm stuk van de route weggeslagen was. Dat werd dus omrijden; 400 km over asfalt. Uiteindelijk zijn we gestrand in een klein onbenullig dorp in een leuk hotel en heerlijke soep gegeten op straat, met stukjes koeienmaag en –aderen dit keer; heerlijk!
De tocht ging verder naar San Gil, een mooi klein dorpje waar veel te doen is. Hier kwamen we een Duits stel tegen, Florian en Beate, waarmee we eerder in een hostel hebben gezeten en die ook op de Stahlratte zaten, echter zonder motoren (zij hebben een woeste Toyota Landcruiser gekocht in de VS voor 2500 dollar en rijden ook naar het zuiden). Met z’n vieren hebben we weg zitten dromen bij plaatjes van Nationaal Park El Cocuy, in de Andes! Ook hierheen was de korste route enkel offroad, en Mirjam d’r ketting was dermate versleten dat we het niet aandurfden om zo ver de natuur in te duiken; we hebben de ketting vervangen bij een lokale motorwerkplaats (kosten: nada!) en zijn een dag later vertrokken dan ‘de Duitsers’! De route was wederom prachtig, niet terug te vinden op welke kaart dan ook (en we hebben vier kaarten van Colombia op de computer…) en een beleving op zich. En het moest er een keer van komen, de eerste lekke band van de reis! Gelukkig vlakbij een huisje, en we zijn op de oprit gaan staan. Meteen kwam er een vrolijke kerel aanrennen en we mochten daar geen band gaan plakken voordat we eerst wat hadden gedronken, gesnoept en een praatje hadden gemaakt. Na de gezelligheid de band maar geplakt, en voordat we de boel konden oppompen kwam er een moeder o.i.d. met de lunch aan; we mochten absoluut niet eerst dat gerepareerde wiel monteren!
Het eten was heerlijk, de gesprekken leuk en dan merk je toch dat het heel veel toevoegt als je een woordje Spaans kunt praten! Na twee uur waren we eindelijk klaar om te vertrekken; toch moesten we nog wat lokale producten in de koffers stoppen voor onderweg. Dat is natuurlijk spannend in Colombia, het land van… maar wees gerust: het was enkel een stuk zoet brood en rietsuiker (door de buren gemaakt) wat werkelijk verrukkelijk is! Zeg nooit dat je rietsuiker kent als je alleen dat bruine spul in Nederland hebt geproefd!
Door deze vertraging en nog wat griezelige aardverzakkingen (denk aan een smal paadje i.p.v. de weg, en grote klodders grond die naast je neervallen…) haalden we het niet meer naar het park, en dus sliepen opnieuw een nachtje in een hotel onderweg. We mochten de motoren niet binnen parkeren, maar enkel betaald bij de buren. Dat vertikten wij, en toen we hoorden dat de reden was ‘dat we niet door de deur pasten’ was de strijd gestreden, we kunnen de motoren inmiddels overal in prakken ! Uiteindelijk zijn we in El Cocuy aangekomen en zijn vervolgens het park ingetrokken. Dat is geen mooie tweebaansweg zoals in de VS, maar anderhalf uur over de keien stuiteren; geweldig, dat houdt het camper- en caravanvolk mooi uit de buurt! Uiteindelijk hadden we een camping gevonden waar we eindelijk weer in de tent hebben geslapen, op bijna 4000 meter hoogte!
Omdat het materiaal toch flink op z’n falie krijgt moest er weer gesleuteld worden; Daan z’n voorremmen liepen weer aan en z’n achterremblokken waren nu echt versleten. Het hele spul werd uit elkaar gesleuteld op de camping en de eigenaren van deze ‘refuge’ (een leuk stel van bijna onze leeftijd) vonden het maar donders interessant. Uiteindelijk twee uur bezig geweest, en twee uur zitten kwebbelen.We hadden wat thee gezet, gezellig samen opgedronken en na de hele klus moesten we koffie komen drinken in hun huis/hut; prachtig! Geen electriciteit, houtvuurtje in het midden met de kookpot erop en gedroogd vlees en vis aan een waslijntje boven het vuurtje; wat wil je nog meer? Zij is hier geboren, haar man (nog maar 26 jaar) is net twee maanden terug van negen jaar militaire dienst; wat moet het voor hem een verschil zijn om hier nu te wonen&werken. Het is heerlijk rustig, de bergen zijn prachtig, achter het huis kweekt hij wat forel; ze hebben wat paarden en de camping, meer heb je toch ook niet nodig? Of voegt file en een GSM aan je oor echt veel toe? Ik weet het niet, ze worden hier vast niet gemiddeld 80 jaar oud maar leven wel een prachtig (h)eerlijk leven; inspirerend!
De bergen hier zijn prachtig, het lijkt erg veel op de Alpen. We hebben heerlijk gelopen in het park en genoten van de prachtige uitzichten… Het is toch wel vermoeiend om 1000 meter te klimmen en klauteren; in de Alpen stijgen we ook ongeveer zoveel op een dagje wandelen, maar dan eindig je niet op 4875 meter hoogte!
De gastvrijheid, vrolijkheid en levenslust hier in Colombia maakt je echt verliefd; we begrijpen echt waarom mensen dit land zo prachtig ervaren!