Le Dakar
14-01-2011
Le Dakar, de monsterrally die we al jaren volgen op de televisie. Vanaf het allereerste moment dat we planden naar Zuid Amerika te rijden wisten we één ding zeker: we gaan de rally bezoeken! We hoopten een beetje van de rally mee te krijgen, en op de website van Le Dakar wordt gesproken over ‘veilige kijkplaatsen voor toeschouwers’, maar goed… kun je daar dan met de motor komen?
We reden naar Nasca, een plaatsje vlakbij een bivak. Dit is het eerste jaar dat de rally door Peru komt, en dus zijn de mensen er nog niet helemaal aan gewend; ze dachten voornamelijk dat wij meereden in de rally; dikke pret en veel gezwaai dus! Veel lokalen wisten te vertellen dat je naast het bivak gratis kunt kamperen, dus wij gingen een dag van te voren voor de zekerheid een kijkje nemen. Het bivak werd opgebouwd, en inderdaad, het was enkel kale woestijn!
Na nog een nachtje in een hotel vertrokken we de 13e naar de rally; lekker vroeg om ook de snelle jongens te kunnen zien! Overal stonden toeschouwers, met veel motoren en auto’s en bij sommigen veel drank! Daan ging wat motorvrienden zoeken op de motor, en reed prompt over de piste (een klein uur voordat de eerste motorrijders aan zouden komen)… en jawel, opeens reed hij door de tijdregistratie! De Africa Twin heeft de rally gewonnen in ’86, ’87, ’88 en ’89 en dus vond Daan dat hij best nog een rondje over de piste mocht doen. Toch wel leuk, al vonden de officials het niet zo’n succes.
We zochten een mooie heuvel op om de rijders te kunnen bewonderen, en zodra Depres en Coma (de snelste motorrijders) door het stof kwamen knallen wisten we dat we verkeerd stonden; we zijn snel op de motor geklommen en door het zand en de stenen naar een andere plek gereden; een meter of 20 van de piste!
Het is heel bizar hoe dichtbij je kunt staan; tussen de rijders door kun je gewoon de piste oversteken (ook met de motor ) en het is verbazingwekkend dat er niet veel meer mensen vanuit het publiek verongelukken.
In een hotel in Nasca hebben we twee Zuid Afrikanen ontmoet en die jongens hadden dorst. Denk aan een topkoffer vol met bier en ijs, heerlijk!
De motoren zijn snel, maar de auto’s maken meer indruk; zeker de snelle jongens. Van de quads zullen we het nooit warm krijgen, maar die afschuwelijke Hummer van Robby Gorden is toch wel een spektakel… echt indrukwekkend wat een lawaai dat ding maakt, hoe het springt en waggelt en hoe ongenadig hard die kerel over de piste stuift. Robby was boos over z’n diskwalificatie blijkbaar, wij vonden het prachtig! De trucks zijn natuurlijk niet minder indrukwekkend; ongelofelijk wat gaat dat hard! En het is ook gewoon echt fantastisch dat zoveel truckers Nederlands zijn, dat geeft toch een ander gevoel als die langs komen stuiven.
Na zonsondergang liep de woestijn leeg; er bleven wat mensen rondhangen en een enkel tentje werd opgezet. Wij hingen wat rond bij het bivak, keurig afgescheiden van de racers door een hek en stoere mannen met machinegeweren. En toen ging het mis… het vrachtwagenteam van Finstral (www.finstral-rally.com, Johan Elfrink) zag onze nummerplaten en kwam een praatje maken. Dit resulteerde in een ‘gevonden gebroken polsbandje’ en we gingen een poging wagen: het bivak in. Normaal kost dat 400 dollar (…voor een mediapas) maar het lukte ons om gratis binnen te komen! Na dit evenement jaren te hebben gevolgd is het raar om er te lopen. Je kent de structuren, wanstructuren, rijders, etc. We hebben zelfs kunnen eten in het restaurant; heerlijk! Ook is het wel leuk om een keer bij de technische briefing te staan, de wijzigingen in het routeboek te zien en wat rijders te ontmoeten.
We zochten het Finstral-team weer op voor een praatje en een bedankje, en bleven tot 0:30 uur plakken. Ze vonden het blijkbaar gezellig en hebben ons de vrachtwagens laten zien en uitgelegd wat ze er zoal aan verbouwen.
Ook de servicetrucks mochten niet ontbreken, en uiteindelijk durfden we als kleine kinderen te vragen of we… even in de truck mochten zitten! Na tientallen kinderen op de motoren te hebben gezet in de afgelopen maanden voelden we ons even jong, en zaten we als kleuters te glunderen in de cabine. En ja, ik geef het toe: daar word je best even stil van!
De passie en de techniek, de verhalen en de emotie, de snelheid en het zweet; dit is pure sport zoals het zou moeten. En het mooie nieuws: Johan Elfrink staat 1e in zijn klassement, dus iedereen had reden genoeg om vrolijk te zijn! Wat ook zeker bijdroeg aan de ervaring waren de Nederlandse koffie en een heus dropje (na al die maanden is dat echt een lekkernij)! En zeg nou zelf, hoe groot is de kans dat je een heuse carbid-bus tegenkomt in Zuid Amerika? Zowel de jongens als wij wilden gaan slapen, en dus doken ook wij na middernacht in de tent.
De volgende ochtend hebben we wat auto’s en trucks uit mogen zwaaien; zij vertrokken via een verbindingsetappe naar hun voorlaatste piste. Robby z’n hummer trok opnieuw een idiote hoeveelheid aandacht, hoewel zijn auto wilde niet eens stationair blijven draaien.
Het zien vertrekken van Gerard de Rooy bracht de peuter in Daan naar boven; hup op de motor om ‘Gerard in te gaan halen’, flauw hè? Toch heeft het wel iets, over de PanAmerican Highway rijden en al die snelle trucks inhalen (zij mogen absoluut de snelheid niet overschrijden, dat wordt gelogd door de organisatie). We moesten tanken, en reden een tankstation binnen waar uiteraard nogal wat groot spul stond te tanken. De servicetrucks van SPEED Energy (servicetruck van Robby Gordon) wilden tanken, maar spraken amper Spaans en begrepen niet of er met creditcards kon worden betaald. Daan sprong bij als tolk, maakte een praatje en prompt betaalden ze onze benzine onder het mom van: ‘Ach, wij moeten 1000 liter benzine hebben, dus die paar druppels van jullie…’. Wel een heel leuk gebaar natuurlijk!
Nu zitten we lekker een nachtje in een hotel om alle foto’s en filmpjes naar Nederland te sturen, en eigenlijk nog een beetje na te genieten. Het was zo gezellig, zo mooi en interessant, echt één van de hoogtepunten van de reis tot nu toe!