Dierentuin
23-06-2012
De Okavango Delta, een enorm natuurgebied in Botswana. Helaas mag je met de motor niet het park in, maar je kunt er vliegen, kanoën en op safari, en wij deden ‘twee van de drie’. Een rondvluchtje met een Cessna is natuurlijk altijd leuk, maar zeker over dit gebied is het een prachtige ervaring. Pas dan ontdek je hoe enorm groot dit park is, en hoeveel dieren er eigenlijk lopen. Vanuit de lucht zie je kuddes wildebeesten, olifanten, zebra’s en soms een dik nijlpaard. Mirjam dacht zelfs een neushoorn te hebben gezien, al zijn die in de laatste jaren dermate afgeslacht dat dit echt een gelukstreffer moet zijn geweest. Ter info: Botswana had na jaren ploeteren een populatie van 2000 neushoorns, maar in de laatste drie jaar zijn er daarvan 1200 gestroopt om het seksleven van de Chinezen wat op te peppen… zonde hè!
We leuterden wat dagen in Maun rond en besloten toch maar een safari te doen met een gids in een 4×4. ’s Ochtends om half 6 in een open auto in de winter was toch wel erg koud, maar eenmaal bij het park aangekomen begon de pret; dieren zoeken!
Gelukkig was de gids erg professioneel, en vonden we aardig wat dieren. Het is echt verschrikkelijk leuk om zo op de dieren te ‘jagen’, het is gewoon donders moeilijk om ze te vinden en dus zit je heel de dag op het puntje van je stoel de bush in te staren. Alleen in een dierentuin weet je zeker dat je alle soorten te zien krijgt. Wat wel een bijzondere vondst was, was dat we een wilde hond (ernstig bedreigd) zagen in z’n natuurlijke omgeving; geweldig!
Het is ook echt indrukwekkend hoe alles door elkaar leeft. De roofdieren scharrelen rond en langs de prooidieren, en vaak ziet dat er heel relaxed uit. Eenmaal aangekomen bij een kudde olifanten bleek de auto toch wel prettig; een grote dame vond ons maar irritant en begon dreigend op ons af te stuiven. De gids gebruikte de 4×4 eigenlijk op ’n olifant-manier, beetje terugdreigen eigenlijk en dat werkte wel. Tja, hoe los je dat op als je op ’n motor zit?
Na de Okavango moesten we 600 km over asfalt knorren, simpelweg omdat er halverwege maar één benzinepomp te vinden was en we qua brandstof dus geen mooie omwegen konden maken. Onderweg hebben wel weer heel veel dieren gezien en zelfs een paar olifanten langs de weg; prachtig!