Lekker
23-07-2012
In Namibië vlak voor de grens met Zuid Afrika tanken we de motoren vol. We ontmoeten twee motorrijders, beide Zuid Afrikanen, en maken het gebruikelijke praatje. We rijden samen op, passeren de grens en besluiten samen te kamperen. Wij hebben nog wat wijn, zij halen er nog 6 (!) liter bij en wat vlees. Braaien, drinken, lachen; welkom terug in ’lekker’ Zuid Afrika! ‘Lekker’, het Afrikaanse stopwoordje voor alles wat leuk, mooi, interessant en ouderwets lekker is.
De eerste ochtend was wat katerig, maar desalniettemin stikgezellig. De avond ervoor moest Daan z’n motor verplaatsen om de tarp op te kunnen hangen (het regende een beetje en de wijn was nog niet op…) en reed met z’n achterwiel over de MSR-benzinebrander.’s Ochtends moest er koffie gezet worden, en na een kwartiertje prutsen met de Leatherman maakten we koffie; geweldig om goed materiaal bij je te hebben! Dat compenseert lomp gedrag en de gevolgen ervan een beetje.
We reden verder over eindeloos gravel en aten lunch in Brandvlei. Wij wilden naar het westen, onze vrienden moesten huiswaarts. Eenmaal in Loeriesfontein aangekomen (het Battenoord van Zuid Afrika…) bleek er geen camping te zijn, maar we mochten op een parkeerplaats van een hotel kamperen. Dit beviel prima, de eigenaar was een beste vent en we gebruikten z’n internet en pooltafel. We bleven nog een nacht (wat veel vragende blikken opriep, waarom blijft iemand in godsnaam in Loeriesfontein hangen?) en toen we een derde nacht wilden blijven kregen we een hotelkamer aangeboden voor de campingprijs; geweldig!
Het is gewoon fijn om soms even te blijven plakken ergens; wat foto’s uit te zoeken en uit te rusten.
De laatste avond in Loeriesfontijn spraken we een aantal ‘coloureds’, de gekleurde bevolkingsgroep die tussen de zwarte en witte bevolking valt. De gesprekken waren heel open en oprecht, en we leerden over hun problematiek. De zwarte bevolking heeft hier allerhande rechten en wordt enorm positief gediscrimineerd, maar de coloureds vallen buiten deze regelingen en moeten dus concurreren met de witte bevolking. Uitspraken als ‘vóór 1994 waren we niet wit genoeg, en nu zijn we niet zwart genoeg’ maken het euvel duidelijk.
Uiteindelijk vertrokken we zuidwaarts naar Cederberg om dit prachtige natuurgebied te doorkruisen; helaas regende het en de fijne gravel hier wordt dan een soort glibberige pindakaas waarop niet te rijden valt. We keerden om en reden in de regen naar een camping vlakbij Kaapstad. Onderweg zagen we een Landrover met een Nederlands kenteken, en maakten een praatje. Op de vraag hoelang ze al onderweg waren kwam het geweldige antwoord: ‘al twee uur’… leuk om reizigers te ontmoeten die nog in die nerveuze startfase zitten en geen idee hebben wat hen te wachten staat. Avontuur!
In de stromende regen zetten we de tent op, en één luxe ontbreekt eigenlijk op geen enkele camping hier: een ligbad. Heerlijk om daarin te ontdooien na een dag in een doorweekt pak!
Kaapstad hebben we doorkruist, maar niet echt gezien. Ondanks dat het weer die dag niet slecht was, vinden we steden nog steeds minder interessant dan de natuur. We vertrokken al weer vrij snel om de kust te volgen naar Cape Agulhas, het meest zuidelijke puntje van het continent. De kust was echt prachtig! Mooie zee, heerlijke wegen, lekker weer, pinguins, fish&chips, wat wil je nog meer?
Uiteindelijk maakten we natuurlijk de verplichte foto op Cape Agulhas en raceten voor de regen uit naar Mossel Baai om onze nieuwe vrienden, Riaan en Pierre op te zoeken, die we hadden ontmoet in Namibië vlakvoor de grens naar Zuid Afrika.
We logeerden bij Riaan en zijn gezin in hun vakantiehuis. Hier hadden we opnieuw een flinke ‘braai’ en veel wijn, en nog meer gezelligheid. Pierre heeft ons nog een dag meegenomen met de motor en een schitterende route gereden. Geloof het of niet, maar onderweg moest er een ontbijtje gebraaid worden J.
We scoorden wat gebruikte voorbanden (omdat de noppen na 7700 km echt compleet weg waren) en reden hier rond in de bergen; prachtig. Het is heel groen, de natuur lijkt redelijk ongerept en we genoten enorm. Uiteindelijk belandden we in de Baviaanskloof, een onverharde route van 200 km door een prachtige vallei vol met …. bavianen! Er zaten flink wat waterpartijen in, en eentje heel lang met troebel water. Daan zette zich schrap, ging ervoor en ervoer helaas dat de bodem bezaaid was met flinke keien. Na het halen van de overkant moest Mirjam voor de bijl, en ze ging ervoor. Ze kwam een heel eind, maar verloor controle en ging plat. Gelukkig stuurde ze de motor de kant in en lag deze redelijk droog in het riet. Ze was wel heel gestresst met haar motortje in deze positie, en dus kreeg Daan geen kans om een foto te maken van een stomende koe en een rood aangelopen Mirjam ernaast!
Omdat de gehele ronde (Botswana-Namibie-Zuid Afrika) wat lang werd, wilden we richting Pretoria rijden. Maar… we kregen weer contact met Florian en Beate, onze vrienden met de 4×4 uit o.a. Bolivia. We besloten te ontmoeten in Royal Natal National park, en het was opnieuw geweldig gezellig! We wandelden nog wat door het park, en na twee nachten splitsten onze wegen weer.
We haalden Pretoria zonder lekke banden, wat toch wel uitzonderlijk schijnt te zijn met de enorme stekels hier.
Op naar Pretoria en Johannesburg om de motoren echt klaar te maken voor de ‘home stretch’ naar Europa! De laatste onderdelen zijn binnen, en onze vriend Nic (die we samen met Henry in Peru hadden ontmoet) heeft alles keurig klaarliggen; lagers, banden, kettingen en tandwielen. We zoeken nog een laatste O-ring voor de brander en klussen wat aan de motoren. Omdat we nog niet uitgepraat waren met de mensen die we in Namibië hadden ontmoet en in Mossel Bay hebben bezocht, zochten we hen opnieuw op in hun huis vlakbij Johannesburg. Wederom ervoeren een stortvloed aan gastvrijheid, lange en gezellige avonden en een prachtige tour door een wildpark met leeuwen en neushoorns en een museum over het ontstaan van de mensheid. In dit gebied zijn de meeste botten en schedels gevonden van onze voorvaderen, en dit gebied wordt ook wel de wieg van de mensheid genoemd, erg interessant. En natuurlijk is het geweldig om neushoorns, cheetahs, leeuwen en buffels eens in een semi-natuurlijke omgeving te zien. We geven grif toe: als we een maand geleden hadden geweten hoe groot een mannelijke leeuwenkop is… hadden we wellicht minder wild gekampeerd ! Wat een enorme katten zijn dat, indrukwekkend sterk en zelfverzekerd.
We vertrekken na twee dagen weer vanuit Johannesburg, terug naar Pretoria, maar hierbij hadden zowel zij als wij het gevoel ‘nog niet klaar te zijn’, maar we moesten terug voor een verjaardagsfeestje bij onze vrienden Nic en Henry in Pretoria. Dus: na een lang weekend daar rijden we weer een klein stukje naar het zuiden om opnieuw een paar dagen naar Johannesburg te gaan; volgen jullie het nog? Jullie lopen een gefrustreerde protestmars voor beter weer, maar het leven van werk- en dakloze reizigers heeft ook zo z’n complicaties!
Al met al hebben we wel echt genoten van Zuid Afrika; naast de prachtige natuur, is het toch heel apart om zoveel van de Europese cultuur terug te zien hier; de Engelse fish & chips, de Nederlandse ‘prak’ noemen ze hier ‘boerenkos’, pannenkoeken kennen ze hier en we hebben zelfs stroopwafels in de supermarkt gevonden. En de Afrikaanse taal is natuurlijk helemaal geweldig; met sommige dingen lopen ze wel 50 jaar achter…:-).