12-10-2012

Sudan, jeetjemineetje…. Wat een prachtig volk woont hier! De mensen in Marokko vonden we al erg vriendelijk, hier is het cultuurtje de overtreffende trap daarvan. Kom gezellig thee drinken, eet mee, maak een praatje. Echt iedereen is supervriendelijk en komt je de hand schudden. In kleine dorpjes, als je stopt of rondloopt, komen mensen uit hun winkeltje om je een hand te geven en welkom te heten in hun land. Dan verwacht je, na vijf maanden Afrika, dat je meteen dat winkeltje in gesleurd wordt om hun koopwaar te aanschouwen… maar nee hoor, hier niet. Je bent gewoon welkom, punt. Best lekker eigenlijk, om gewoon ‘welkom te zijn en meer niet’.

PA051330-2

We ontmoetten drie 4×4’s uit Zuid Afrika bij de grens en besloten met hen op te rijden. Sudan is bekend om het superveilige wildkamperen, maar alle nieuwsberichten hebben ook invloed op ons natuurlijk; we besluiten met de hele groep in de woestijn te slapen om het gevoel van veiligheid wat te vergroten. Het bleek een onnodige voorzorgsmaatregel; een paar herdertjes komen langs gescharreld, bekijken ons even van een afstand en lopen weer rustig verder… zelfs de wilde honden blijven op afstand! We crossten daarna vrij snel naar Khartoem om ons te registreren; het is hier een verplichting om je binnen drie dagen te melden bij de immigratiepolitie en een paar stempels en stickers in je paspoort te laten zetten. Braaf gingen we op zoek naar het kantoor hiervoor, en daar ging het mis. Na twee uur zoeken vonden we het kantoortje (denk dus: twee uur door een drukke stad vol met minibusjes, bij 35+ graden Celcius…. in je motorpak) en daar kregen we te horen dat we een sponsor nodig hadden. We moesten een Sudanees gaan zoeken die financieel verantwoordelijk voor ons wilde zijn mochten we besluiten illegaal naar dit land te immigreren. Dat is waanzin, onzinnig en zo goed als onmogelijk natuurlijk. Daan was het er niet mee eens, en beweerde het kantoor niet uit te gaan zonder die stempeltjes. Ze beweerden dan de politie erbij te halen, wat Daan prima vond. Uiteindelijk bleek er geen mogelijkheid de stempels te krijgen en ging Daan flink uit z’n stekker; de hitte, de onzin en de vermoeidheid van de vele kilometers eisten hun tol. Men schrok daar toch wel van, en een Sudaneese vrouw gaf ons plots wat water, koude cola, cakejes en een bakje yoghurt. Om wat te ontspannen en af te koelen! J Hartstikke lief natuurlijk, maar uiteindelijk reden we toch compleet gefrustreerd naar de camping in de stad, en maakten een praatje met de Zuid Afrikanen; zij hadden de benodigde stempels binnen tien minuten kunnen regelen bij de immigratiepolitie op het vliegveld (die zijn blijkbaar meer gewend aan toeristen). Dus sprongen we die avond nog in een taxi en crossten we naar het vliegveld; kwartiertje later was alles geregeld zonder sponsor. Zoiets kan je echt gek maken, maar goed… de wijze les is opnieuw: laat je niet gek maken op dit gekke continent!

’s Nachts ontdekten we nog een parel van de Islamitische cultuur: naast de camping stond een moskee met grote luidsprekers op de minaret, en vijf maal daags schreeuwt men daar zo hard mogelijk doorheen hoe groot Allah wel niet is. Die kerel moet zich vanaf z’n wolk toch soms afvragen of dit nu de bedoeling was… allahallemachtig wat is dat gejengel vals en luid. En ja, ook om vijf uur ’s ochtends gaat het volume vol open voor het eerste gebed van de dag! Je kunt er enkel om lachen en het accepteren, maar we maakten wel een filmpje in het donker om het geluid vast te leggen :-) .

We vertrokken uit Khartoem samen met Pieter en Charlotte, twee Zuid Afrikanen met een 4×4 die ook richting Europa rijden. Samen organiseerden we alle visa-ellende voor Libië en omdat we een beetje hetzelfde reisplan hebben besloten we samen op te rijden tot aan de boot naar Egypte. Door Sudan zijn eigenlijk twee routes, een directe saaie of een langere langs de Nijl met wat shortcuts door de woestijn; perfect! We kampeerden alles in het wild, zagen wat piramiden en hebben zelfs nog een klein rondje op een kameel gereden.

OLYMPUS DIGITAL CAMERA OLYMPUS DIGITAL CAMERA

 

Al met al genoten we ontzetten van de prachtige woestijn; dat blijft toch een indrukwekkend landschap. We piekten op 45 graden Celsius op de motor, en dat is toch wel heftig (voor de kenners: de koelwatertemperatuurmeter van de AT blijft dan uren lang in het midden staan….). In dit soort klimaten is het wel erg lekker om samen met een auto op te rijden; zij hebben immers 100 liter drinkwater bij zich en bij deze temperaturen is het voor ons bijna onmogelijk genoeg water mee te nemen voor ’n paar dagen.

PA051297-2

We belandden bij Camp Louis, een kampeerplekje  aan de Nijl wat eigenlijk een wildkampeerplekje is. We zochten een mooi plekje en zetten de tent op; eenmaal donker verschenen er twee soldaten die ons kwamen vertellen dat we te dicht bij het water kampeerden i.v.m. de eventuele krokodillen… oops!

PA051331-1

In het donker verhuizen we een paar meter, en de soldaten geven aan vlakbij te gaan slapen zodat we ze altijd kunnen roepen als er iets mocht zijn. Dit is niets engs, maar redelijk normaal in Sudan; ze willen echt dat je niets overkomt in hun land! We hadden de tijd om twee nachten op dit plekje te blijven, en we ontmoetten een paar lokale vissers die er vlakbij wonen en werken. We werden uitgenodigd voor een bakje Nijlthee (de lokalen drinken gewoon rechtstreeks uit de Nijl… maar goed, het theewater wordt tenminste nog gekookt!). Even later moeten we ook hun vis komen aanschouwen (catfish van anderhalve meter lang!) en uiteraard komen eten; geweldig. Een takje wordt in stukjes gebroken en aangestoken, een potje gaat op het vuur en ze maken een heerlijk visstoofje.

OLYMPUS DIGITAL CAMERA OLYMPUS DIGITAL CAMERA

Geweldig om in dit land zo met de mensen om te kunnen gaan, en de vis was verrukkelijk. We deelden wat van ons fruit en maakte een simpel praatje; hun Engels was zeer basaal en ons Arabisch blijft hangen in de vijf-woordjes-fase. Eigenlijk ook wel mooi en puur, zo simpel communiceren over de simpele dingen.

Na twee dagen reden we naar Wadi Halfa, het meest noordelijke dorpje vanwaar we zouden gaan verschepen naar Egypte. De beroemde fixer Magdi heeft ons snel gevonden en we ontmoetten nog een paar motorrijders; uiteraard gaan we allen dezelfde kant op. Een plan is snel gemaakt en we eten heerlijk in het dorp. Ook hier wordt je uitgenodigd voor een bakje thee en een praatje pot, ideaal. We besloten weer eens luxe te leven… een hotel met een heuse eigen badkamer! Het was nieuw en pas net opgeleverd, maar denk nu niet aan een mooi betegeld geheel ofzo. De vloer van de kamer wordt nat als je gedouched hebt, de zojuist gecemente muur boven de duurpost valt er meteen weer uit als je de deur dichtdoet, omdat de sponning van de deur maar half vastzit, etc. etc. :-D . Dat is Afrika, dikke pret dus!

De volgende dag kropen we een klein internetcafeetje in met kruipend internet, om vervolgens gestoord te worden door onze fixer, of we binnen 20 minuten klaar kunnen staan met vervoersklare voertuigen en alle documentatie; ze willen opeens de voertuigen door de douane krijgen en misschien al op de duwbak laden. Het is toch raar als zes blanke reizigers opeens door zo’n dorpje rennen, maar we haalden het keurig en de motoren gingen vrij snel de boot in. En tja, wij dachten dat we ze op een platte bak zouden rijden; mooi niet dus! De duwbak bleek een vrachtscheepje te zijn, en we rolden het spul van een heel stijle plank in het ruim; erg spannend maar ook wel weer een avontuur natuurlijk! Afrika: alles kan :-) .

PA051331-4

’s Avonds relaxten we wat en hielden we maar een ‘kroegentocht’ (even voor de duidelijkheid; in dit land is alcohol ten strengste verboden), beetje thee en koffie leuten in alle thee- en koffietentjes  en babbelen met de lokalen; supergezellig!

Vol goede moed gingen we de volgende dag naar de ferry. Alles zou in kannen en kruiken zijn, maar dit blijft Afrika; ze wilden de motoren afladen omdat ze een kudde koeien wilden vervoeren! Gelukkig was de fixer het met ons eens; al het papierwerk was rond, de motoren stonden op de boot en ze konden mooi fluiten naar hun kudde koeien; vervoeren die motoren! Toch geeft zoiets veel spanning op het laatste moment; je gaat een boot op naar een ander land, ze willen je paspoort stempelen etc., maar je motor staat nog in een drijvend stuk oud ijzer en de kapitein wil ze het liefst lozen; niet echt leuk. Al met al hopen we maar dat het goed komt!

De ferry op was uiteraard een feestje op zich :-S. Bij binnenkomst moet je je paspoort in een kartonnen doos gooien (‘die krijg je later terug… ’) en de boot is gebouwd voor 250 passagiers. Echter, er gaan 660 man aan boord, en er zijn slechts een paar hutten om te slapen; alles en iedereen ligt overal te pitten en ’s nachts kun je eigenlijk nergens lopen – of naar het toilet! Toch heeft het ook wel weer z’n charme, en omdat we toch geen oog dicht zouden gaan doen, hebben we de Zuid Afrikanen maar leren klaverjassen!

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

Uiteindelijk werden we het 1e klas restaurant (daar krijg je soms een lepel bij je eten!) uitgegooid omdat daar ’s nachts de bemanning op de tafels en banken slaapt. We scharrelden wat rond en mogen uiteindelijk naast de stuurhut slapen… op het kale staal in de kou! Naar het toilet konden we eigenlijk niet meer komen omdat er niet over het dek te lopen viel; alles lag stampvol met slapende witte doeken en het was pikkedonker.

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

Daan kon niet slapen van de kou en wist ’s nachts toch benedendeks te komen. Daar liep hij wat slaapdronken rond en werd plots op z’n schouder getikt. Hij moest twee Sudanezen volgen… en ze hadden een ‘meter bank’ voor hem vrijgemaakt met hun opgerolde handdoekje als kussentje; ga daar maar slapen! Echt schatten, dit laat maar weer zien hoe de Sudanezen zijn!

Uiteindelijk mochten we ’s ochtends wat bijslapen in de cabin van wat andere reizigers; zij gingen maar uit bed omdat ze hun bedjes niet comfortabel vonden. Wij waren er dolblij mee!

PA051331-9